Meldingsakte voor een stedenbouwkundige handeling of een klasse 3 inrichting

De meldingsplichtige stedenbouwkundige handelingen worden bepaald in het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de VCRO. Daarnaast is ook het opstarten en beëindigen van een zorgwoning meldingsplichtig.

De meldingsplicht geldt voor de exploitatie van inrichtingen of activiteiten waarvoor een beperktere hinder of extern risico verwacht wordt. Dit zijn de zogenaamde “derde klasse-inrichtingen of activiteiten”. Deze inrichtingen of activiteiten kunnen teruggevonden worden in de indelingslijst(opent in nieuw venster). Wanneer men alleen één of meerdere inrichtingen of activiteiten uit deze lijst wenst te exploiteren die in de derde kolom van deze lijst zijn aangeduid met een 3, moet men deze activiteiten melden. De exploitatie moet gemeld worden voor men de exploitatie mag starten.
De melding van een meldingsplichtige exploitatie van een inrichting of activiteit die onlosmakelijk verbonden is met de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk voor bewoning wordt gebruikt, moet gebeuren door de eigenaar van het onroerend goed. In geval van mede-eigendom doet de persoon die door de mede-eigenaars als beheerder is aangeduid met het beheer van het goed, de melding.
De exploitant van een inrichting of activiteit die meldingsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst, moet binnen een termijn van zes maanden het bestaan van de exploitatie melden bij de gemeente. Deze termijn begint te lopen vanaf de dag na de inwerkingtreding van die aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

De bevoegde overheid toetst de melding op een aantal aspecten voor deze te akteren.

Voor de stedenbouwkundige handelingen: nagaan of het project kan gemeld worden, of het al dan niet toch niet vergunningsplichtig is of vrijgesteld van vergunning.

Voor de exploitatie van inrichtingen of activiteiten: nagaan of het gemelde project al dan niet verboden is op basis van eventueel geldende verbods- en afstandsregels opgenomen in titel II van het VLAREM.

In de meldingsakte kan de bevoegde overheid ook voorwaarden opleggen.

De bevoegde overheid moet binnen de volgende termijn de melding akteren:

• 30 dagen indien de melding stedenbouwkundige handelingen omvat
• 20 dagen indien de melding louter de exploitatie van inrichtingen of activiteiten omvat

Wanneer er geen meldingsakte is genomen binnen deze termijn, dan wordt dit beschouwd als een stilzwijgende meldingsakte. De bevoegde overheid verliest, eens deze termijn verstreken is, onherroepelijk de bevoegdheid om de melding al dan niet te akteren of eventuele correcties aan te brengen in de meldingsakte.

De meldingsakte of de stilzwijgende meldingsakte moet bekend gemaakt worden via:

1. de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden en dit:
   
   > vóór de start van de ingebruikname
   > gedurende een periode van 30 dagen
   
   De startdatum moet door de melder in het Omgevingsloket worden ingevoerd door te navigeren naar de tab ‘Projectverloop’ bij het luik ‘Overzicht’ en daar de actie ‘Melden van de aanplakking van de aktename van de melding’ uit te voeren. Maak gebruik van de kalender om de datum van de aanplakking aan te duiden

   Het project zal ook tijdens die periode zichtbaar zijn via het inzageloket.
   Indien de melding niet wordt geakteerd (wordt geweigerd) dan moet er geen aanplakking gebeuren.
   

2. de publicatie op de website van de gemeente op een voor bekendmakingen geëigende plaats gedurende een periode van 30 dagen die ten laatste aanvangt uiterlijk tien dagen na de datum waarop er al dan niet akte is genomen.
3. de individuele kennisgeving aan de melder en relevante instanties.
   
4. de analoge of digitale terinzagelegging van de meldingsakte in het gemeentehuis van de gemeente waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden.
   

Tegen de (stilzwijgende) meldingsakte is geen administratief beroep mogelijk bij een hogere overheid.
Er kan wel een verzoek tot schorsing of vernietiging van de meldingsakte worden ingediend bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVb). Uitleg over procedures bij de RvVb kan u terugvinden op de website van de Dienst van de Bestuursrechtcolleges.

De uitvoering van de werken of de exploitatie mag starten de dag nadat de bevoegde overheid een meldingsakte heeft bekendgemaakt op het omgevingsloket of bezorgd aan de melder. In geval van een stilzwijgende meldingsakte mag de uitvoering van de werken of de exploitatie gestart worden de dag na het verlopen van de behandelingstermijn.