Dringende steun

Het OCMW heeft voor elke steunvraag 30 dagen de tijd om een beslissing te nemen. Soms zijn er echter uitzonderingen. Wanneer je op afspraak komt en je bevindt je in een zorgwekkende situatie, dan bestaat er de dringende steun. 

De maatschappelijk werker moet dan toestemming vragen aan de voorzitter van het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst, om zo tot een snelle oplossing te komen. 

Een voorbeeld:

Jan komt door een bepaalde reden zonder geld te zitten. Hij moet nog drie weken wachten tot zijn volgend loon wordt gestort. Jan heeft geen geld meer om brood te kopen, om te tanken zodat hij kan gaan werken,... Het OCMW kan dan met toestemming van de voorzitter een dringende steun toekennen. Dit kan dan bijvoorbeeld gaan over een wekelijks bedrag dat Jan ter beschikking krijgt, om rond te komen tot zijn volgend loon. In samenspraak met de maatschappelijk werker wordt ook besloten of deze dringende steun terugbetaald moet worden aan het OCMW of niet. 

Naar top